Monumentale pastorietuin
Een paar jaar na de bouw van de pastorie (1863) kreeg Gerrit Vlaskamp de opdracht van de kerkvoogden om een tuin aan te leggen rond de pastorie. Dat deed hij in "landschappelijke stijl", hetgeen in die tijd in de mode was.
Gerrit Lambertus Vlaskamp (1834-1906) had als hovenier regionale bekendheid in Noord-Nederland en heeft in opdracht van kerkvoogden en kerkbesturen vele pastorietuinen aangelegd. Slechts enkelen zijn bewaard gebleven. Een aantal prominenten zijn Vlaskamp intussen gaan zien als een vergeten tuinarchitect. Sindsdien zijn de geleerden het er wel over eens dat het een hovenier was die tuinen aanlegde in de toen gangbare stijl. Van een ontwikkeling in stijl in zijn lange werkzame periode kan niet worden gesproken. Van een echt ontwerp van de tuin is dan ook geen sprake. De pastorietuin geldt als één van de best bewaarde Vlaskamptuinen.
Veel van de oorspronkelijke aanleg is nog aanwezig: een wandeltuin ‘ter verpozing en het verzetten der zinnen’, een moestuin en de paardenweide. De wandeltuin omringd door water heeft nog alle kenmerken van de landschappelijke stijl: oude slingerpaden, kleine hoogteverschillen en solitaire bomen, inmiddels anderhalve eeuw oud. De moestuin met fruitschuttingen en historisch leifruit, is ook omgracht. De paardenwei ligt ten noordwesten van de pastorie. De tuin is een inmiddels zeldzaam voorbeeld van de oorspronkelijke kerk-historische situatie, namelijk de zelfvoorzienende positie van de pastorie, zowel in recreatief opzicht als wat betreft eerste levensbehoeften. In de afgelopen 150 jaar is er uiteraard veel veranderd in de tuin. In de beginjaren was er personeel in dienst om de tuin en het huis te onderhouden. Naarmate de inzet van mensen duurder werd, moest de dominee zelf ook aan de slag. Dat was niet niet voor iedere dominee een hobby.
Als de pastorie verkocht wordt in 2000, zijn zowel het huis en de tuin aan onderhoud toe. Grote delen van de tuin zijn overwoekerd met sneeuwbes (Symphoricarpos albus) en met opslag van vlier, es en esdoorn. De overgroeide druivenkas bleek vol puin en afval te liggen, op een enkele na waren de slingerpaden in onbruik geraakt. De op oude foto’s nog aanwezige bloemenperken in het gazon waren verdwenen in de schaduw van de inmiddels imposante Oosterse plataan (Platanus orientalis), een bruine beuk, walnoot (Juglans regia) en bonte Noorse esdoorn (Acer platanoides).
Na grondige inventarisatie en een behoedzame eerste opschoonronde, bleken echter vele paden en details nog aanwezig. Een vroege schets van de oorspronkelijke aanleg en de oorspronkelijke bestellijst van Gerrit Vlaskamp bij boomkwekerij Bosgra gaf voldoende feitelijke aanknopingspunten om de afgelopen jaren stapsgewijze de tuin te herstellen. De schelpenpaden zijn in ere hersteld, de gracht opgeschoond, en in de druivenkas groeit weer een heerlijke ‘Glorie van Boskoop’. De borders zijn opnieuw ingeplant, waarbij rekening is gehouden met de soorten die voor 1864 al in cultuur waren, en hedendaagse soorten zonder het historische karakter van de tuinen aan te tasten. Op de plaats van de verdwenen Taxus baccata staat inmiddels weer een 80 jaar oud exemplaar.
In het voorjaar bloeien van februari tot april duizenden stinzenplanten: sneeuwklokjes, crocussen winterakoniet, etc. In mei volgt de bloei van de boompioenen en 70 soorten kruidachtige pioenen in een lange border aan de noordzijde van de pastorie. De paardenweide is enkele jaren geleden aan de pastorie toegevoegd, het oorspronkelijke complex is zo weer één geheel. De pastorie, de tuin, brug en het koetshuis zijn aangewezen als rijksmonument.
De nieuwe eigenaar heeft met veel liefde en inzet de tuin in ere hersteld.
Colofon
De bron: @pastorietuineasterein en met dank aan Menno Landstra voor het aanleveren van foto's.