Boerderijen omgeving Reahús


Boerderijen omgeving Reahús
©: F.K. Reitsma

Boerderijen bij Reahus

In het boek "Easterein" heeft F.K. Reitsma de geschiedenis van een aantal van de boerderijen onder Reahús beschreven. Een aantal daarvan zijn of waren vanouds in eigendom bij de kerk van Easterein. Aan het hierbij behorend venster is het verhaal van Reitsma als document toegevoegd.

De Buurtschap Reahus  is ontstaan op het grondgebied van Easterein. De dorpen Oosterend, Itens, Hidaard en Lutkewierum lagen oorspronkelijk op een eiland. Overtollig water van het eiland werd onder andere geloosd bij Sânleanstersyl; In de 12e eeuw slibde de Middelzee langzaam dicht. Roodhuis is ontstaan aan de Slachtedijk de oude zeewering van het Middelzeegebied. Pas in 1955 werd aan Reahus officieel de dorpsstatus toegekend. 

Het ontstaan van Reahus (vroeger Roodhuis) hangt ook nauw samen met de Reformatie, in de zestiende eeuw, waarbij de Protestanten het roer overnamen van de R.K. Kerk en de Katholieken letterlijk de kerk werden uitgezet. In 1580 mocht pastoor Dominicus niet meer voorgaan in de kerk van Oosterend. Hij kreeg een klein pensioen en vertrok naar de Pôlle bij Sânlean, alwaar een paar boerderijen stonden waar hij stiekem doorging met preken. Lang niet iedereen wilde protestant worden en de kerk dook onder. Op de boerderij Slippens (de eerste schuilkerk) en later in het Blauwe Huys van Bongastate (de tweede schuilkerk) werden illegale kerkdiensten gehouden door mensen die trouw bleven aan het roomse geloof. Vanwege het isolement en omdat het niet opviel werd dit oogluikend toegelaten.

In 1709 kwam kapelaan Cramers vanuit het huis met het blauwe dak (= Bongastate ) waar destijds de katholieke Oostenders bijeenkwamen naar de Oude Pôlle bij Sânlean, daar werd de derde schuilkerk gebouwd met een rood dak om duidelijk te maken dat het was afgelopen met de diensten in het Blauwe huis. Ignatius Crames of eigenlijk Franciscus wordt daarom beschouwd als de stichter van Roodhuis.

In 1762 werd de vierde schuilkerk gebouwd door pastoor van Rijswijk, in 1850 werd deze kerk verbouwd. In de loop der jaren kwamen er ook huizen bij. Vervolgens groeide de buurschap met een nieuwe pastorie, een kerkhof en de nieuwe Sint-Martinuskerk (onder leiding van pastoor ten Bokum). Vervolgens kwam de St Bonifaciusschool erbij (1922).

Omdat het buurschap onder Oosterend steeds verder groeide en officieus wel, maar officieel niet bestond werd op 27 augustus 1954 door de gemeenteraad besloten dat Roodhuis een dorp moest worden. Ter uitvoering van dit besluit heeft het college van B en W vervolgens vastgesteld, dat Roodhuis met ingang van 2 mei 1955 de dorpsstatus krijgt.

Tot de gemeentelijke herindeling in 1984 maakte Roodhuis deel uit van de gemeente Hennaarderadeel, dat toen met de gemeente Baarderadeel opging in de toen nieuwe gemeente Littenseradeel. Sinds 1991 is de officiële naam het Friestalige Reahûs. Sinds 2018 ligt het dorp in de gemeente Súdwest-Fryslân.

Colofon

Boek Easterein, Wikipedia

© Foto voorblad: F.K. Reitsma
Lees meer