https://easterein.argyf.nl/NL/


Nieuws:


Uitgelichte vensters:

Geschiedenis van Easterein Troch Karin Everhardus Easterein bestaat al eeuwenheugend lang. In 1378 al werd 'to Aestereynde' in geschriften genoemd. Dit was de oudst bekende plaatsnaam van het dorp in het Oudfries en betekende letterlijk 'oostelijk gelegen uiteinde'. Door de eeuwen heen volgden diverse benamingen elkaar op, totdat in 1991 het dorp zijn huidige en officiële naam kreeg. Eeuwenlang was Easterein het grootste en aanzienlijkste dorp van de grietenij waar toe het behoorde, Hennaarderadeel. Een grietenij was in het verleden de in gebruik zijnde naam voor een plattelandsgemeente. Pas in de loop van de 19e eeuw werd Easterein in grootte en belangrijkheid overvleugeld door het dorp Wommels. Beschrijving aldus 1788 Een beschrijving uit 1788 gaf een schilderachtig dorpsbeeld: In Oosterend, een groot en aanzienlijk dorp, placht een spitse toren te zijn die geheel van steen was. Hiervan had de spits een hoogte van '60 voeten' (ruim 18 meter). Maar nadat in het jaar 1672 - op een 'bid'dag - door een harde donderslag de spits er afgeslagen werd, kwam er in 1685 een houten spits van '30 voeten' (9 meter) hoog. De kerk werd gezien als één der fraaiste onder de Landkerken. De kwartieren rondom Easterein Naast de zogenoemde Kerkbuurt (het centrum rond de kerk) die redelijk groot was, bestond het dorp uit vier 'vierendeelen' ofwel kwartieren. De belangrijkste was het 'Meylehuister vierendeel' waarin vier staten (een state is een landhuis of boerderij van aanzien, soms adellijk) lagen. Dit waren groot en klein Meilahuis, Jellema en Sjaarda. In het 'Slypster vierendeel' lagen de Slyp, de 'Saunlsester' huizen en de staten Bonga en Koyfenne. Het 'Wynser vierendeel' bevatte het buurtje Wyns met de staten Donia, klein en groot Hoekens, en Rispens. Tot slot nog het 'Eeskwerder vierendeel', hiertoe behoorden de buurtjes en huizen Stittens, Eeskwerd, Syons én de oude staten Roordema en Sibada. Helaas waren al deze staten genoegzaam verdwenen ... Sibede Van het dorp weg, voorbij de laatstgenoemde buurtjes en staten, liep noordwaarts een Opvaart, ook wel Sibada of Sibede genoemd, die zich in de 'Bolswerder' jaagvaart stortte. In het zuidoosten liep vanaf Oosterend nog een vaart, naar de Hydaarder vaart en vanaf daar weder naar de Sneeker vaart op Franeker. Ook liep vanaf het dorp een 'Rijdweg', naar het noorden toe naar Franeker, en zuidwaarts naar Sneek en Bolsward. Hiermee bevond Oosterend zich onder de 'welgelegen' dorpen. Dit dorp was van zuid naar noord, wel een heel uur 'gaans' lang(!) Historie blijft voortbestaan Aldus luidt een ingekorte en in iets moderner Nederlands gevatte dorps­ beschrijving uit de 'Tegenwoordige Staat van Friesland', een 18e eeuws naslagwerk. Maar een paar opvallende en typerende woorden voor die tijd zijn blijven staan, gevat tussen .aanhalingstekens.

In dit venster staan een aantal foto's, oud en nieuw over de kaaspakhuizen die in Easterein bestonden. Het veschafte werk aan de dorpsbewoners. De kazen moesten gekeerd worden en ook weer vervoerd worden naar de scheepjes die de kaas naar de markt brachten.  Friese kaas: wordt gemaakt met kruidnagels. Door kenners wordt gezegd dat dit kruid erin werd gedaan om de scherpe smaak te verbergen.  Rond 1850 is de kaashandel voor een groot deel in handen van drie broers Feitsma, Age, Willem en Ruurd.  Hieronder de adressen van alle pakhuizen die in Easterein hebben gestaan, met de eerste bewoners. Pieter Hoekstra (*1903) vertelt rond 1910 waren er nog 3 kaashandelaren in Easterein. Ruurd Feitsma aan de Wynserdyk 10. Aan de Foarbuorren 19 stond het kaaspakhuis van Willem Feitsma en op de Foarbuorren 2 het pakhuis van de Vellinga's. Foarbuorren 2Kaaspakhuis gebouwd in 1851, in een gevelsteen staan de initialen K.G.M. De opdrachtgever was Gerrit Meintes Miedema (1802-1878) gehuwd met Antje Klazes Rispens (1803- 1882) Het was een voorname familie de Rispens. Hun zoon Klaas Gerrits Miedema (*1837) legde de eerste steen. Na het overlijden van Antje in 1882, kocht Folkert Tiedes Vellinga (1826- ) gehuwd met Teetske Jetzes Koopmans het kaaspakhuis. Antje Klazes Rispens was zijn tante. Zijn moeder was Sytske Klazes Rispens. het bleef toch in de familie. De ronde boogramen zijn dichtgemetseld. Foarbuorren 19 De woning is gebouwd rond 1870. De bewoner is Ruurd Jelles Feitsma (1850-1922) met zijn vrouw Gerbrig Elgersma (1853- 1916)  In 1878 verhuisden zij naar de Wynserdyk 10. Ze lieten daar een nieuw kaaspakhuis zetten. Zijn broer Willem Feitsma (1848- 1916) gehuwd met Trijntje Eringa (1852- 1908) komen in het huis te wonen. De familie Feitsma heeft de kaashandel bijna volledig in handen. In 1930 is het pand afgebroken.Van Eysingaleane 5Gebouwd in 1865. De eerste bewoners waren de weduwe Beike F. Tibma (*1814) gehuwd geweest met Bauke Piers Bouma (1807-1861)  Hun kinderen Fekke Baukes Bouma  (*1844)en Tietsje Baukes Bouma (*1845) hebben de eerste steen gelegd. Op een steen rechts van de deur staat T.B.B 1865 en links F.B.B.Achter de woning loopt een vaart(je) en dan werd via de kaasgoot de kazen van de zolder naar de boot gegleden. Omlaag wilde wel. Naar boven werd er gesjouwd. Van Eysingaleane 7Het huis is gebouwd in 1874. De bewoners zijn:Age Jelles Feitsma (*1835) met Antje Jans Wiersma (*1844)De woning is als multifunctioneel centrum neer gezet. Het kreeg de naam "De Nieuwe Doelen". Het was een Herberg. Achter de woning heeft hij een schuur gebouwd voor stalhouderij en vervoerbedrijf. En als klap op de vuurpijl, boven dit gebeuren een kaaspakhuis. Waar ze net als de buren de kaas vervoerder via het water aan de achterkant. Het is ook nu nog vaarwater met open verbinding naar het buitenwater. De Streek 1De eerste bewoners zijn Hielke Pieksma (1864-1952) met zijn vrouw Eke Siegersma (1869-1940) Zij hadden in dit pand ook een winkeltje met groente en andere zaken. Ze vertrokken in 1920 naar Wommels. Dit kaaspakhuis is afgebroken in 1959De Streek 20Dit kaaspakhuis is gebouwd in 1856. De eerste bewoners zijn Migchiel Thomas Tuinstra (1830-1899) gehuwd met Idske Gerrits Miedema. Tuinstra was kuiper van beroep. Ook staat hij in aktes vermeld als boer. Zij verhuisden in 1863 naar Wommels en daarna komt dokter Lolle de Vries in de woning. Misschien was de concurrentie van de Feitsma's te groot. Wynserdyk 10Voordat dit huis gebouwd werd, stond er een boerderij. In 1878 wordt door Ruurd Jelles Feitsma (1875-1947) gehuwd met Gerbrig Elgersma (1853-1916). Hun dochter Aagje R. Feitsma heeft de eerste steen gelegd op 10 juli 1878   Ruurd Jelles Feitsma komt van de Foarbuorren. Het gaat op dat moment zeer goed met de kaashandel. Anders had hij niet zo'n mooie en grote woning kunnen laten bouwen.