https://easterein.argyf.nl/NL/personen


Nieuws:


Uitgelichte vensters:

De Skipperbuorren telt 12 adressen. Acht adressen zijn gekoppeld aan een woning. De meest recente is gebouwd in 2015, naast de boerderij van Sipke Hiemstra. De boerderij is apart beschreven met de geschiedenis. Zie onder gebouwen, boerderijen Oostzijde.  De even nummer zijn geen woonhuizen maar staan in het kadaster wel genoemd als adres. Het gaat om de nummers 2-4-6-8. Het zijn de bekende turfhokken. Deze zijn apart beschreven in een venster De Skippersbuorren als vaarwater wordt al druk bewoond door de mensen die op de schepen wonen. Tijdens het afgraven van de terp van Wyns is het zo druk dat er problemen ontstaan bij de ligplaatsen. Dit is rond 1900.  Door de Eastereinder schippers wordt geklaagd bij de kerkvoogdij. Zij willen een vaste ligplaats. Dit is te lezen in het boek van Easterein. Het is als document bijgevoegd.  Ook de bewonerslijst van de mensen die destijds op de schepen woonden aan de Skippersbuorren is als document toegevoegd. Het is een armoedige bedoening in deze jaren. De diaconie van de kerk laat een aantal woningen bouwen om deze mensen onderkomen te bieden. Dat is zeker in de winter nodig als er geen verdiensten zijn, en de winters waren zeer koud. De eeste "vier-onder-één-dak" woningen worden op Elbe gebouwd. (nu Stittenserleane). Er is dan nog geen verdere bebouwing en daarom zal het deze naam gekregen hebben. Het kwam goed uit dat het afgelegen lag, want het "vreemde volk" was niet altijd even netjes. Verder worden er later op het Heechhiem en op de Pôlehoek (Skoallestrjitte) één kamer woningen gebouwd voor de minder bedeelden. En voor de mensen met de drijvende woningen. In het venster worden de woningen beschreven en wie er zoal gewoond hebben. Zo mogelijk vanaf het begin. De woningen kennen een rijke historie. 

Geschiedenis van Easterein Troch Karin Everhardus Easterein bestaat al eeuwenheugend lang. In 1378 al werd 'to Aestereynde' in geschriften genoemd. Dit was de oudst bekende plaatsnaam van het dorp in het Oudfries en betekende letterlijk 'oostelijk gelegen uiteinde'. Door de eeuwen heen volgden diverse benamingen elkaar op, totdat in 1991 het dorp zijn huidige en officiële naam kreeg. Eeuwenlang was Easterein het grootste en aanzienlijkste dorp van de grietenij waar toe het behoorde, Hennaarderadeel. Een grietenij was in het verleden de in gebruik zijnde naam voor een plattelandsgemeente. Pas in de loop van de 19e eeuw werd Easterein in grootte en belangrijkheid overvleugeld door het dorp Wommels. Beschrijving aldus 1788 Een beschrijving uit 1788 gaf een schilderachtig dorpsbeeld: In Oosterend, een groot en aanzienlijk dorp, placht een spitse toren te zijn die geheel van steen was. Hiervan had de spits een hoogte van '60 voeten' (ruim 18 meter). Maar nadat in het jaar 1672 - op een 'bid'dag - door een harde donderslag de spits er afgeslagen werd, kwam er in 1685 een houten spits van '30 voeten' (9 meter) hoog. De kerk werd gezien als één der fraaiste onder de Landkerken. De kwartieren rondom Easterein Naast de zogenoemde Kerkbuurt (het centrum rond de kerk) die redelijk groot was, bestond het dorp uit vier 'vierendeelen' ofwel kwartieren. De belangrijkste was het 'Meylehuister vierendeel' waarin vier staten (een state is een landhuis of boerderij van aanzien, soms adellijk) lagen. Dit waren groot en klein Meilahuis, Jellema en Sjaarda. In het 'Slypster vierendeel' lagen de Slyp, de 'Saunlsester' huizen en de staten Bonga en Koyfenne. Het 'Wynser vierendeel' bevatte het buurtje Wyns met de staten Donia, klein en groot Hoekens, en Rispens. Tot slot nog het 'Eeskwerder vierendeel', hiertoe behoorden de buurtjes en huizen Stittens, Eeskwerd, Syons én de oude staten Roordema en Sibada. Helaas waren al deze staten genoegzaam verdwenen ... Sibede Van het dorp weg, voorbij de laatstgenoemde buurtjes en staten, liep noordwaarts een Opvaart, ook wel Sibada of Sibede genoemd, die zich in de 'Bolswerder' jaagvaart stortte. In het zuidoosten liep vanaf Oosterend nog een vaart, naar de Hydaarder vaart en vanaf daar weder naar de Sneeker vaart op Franeker. Ook liep vanaf het dorp een 'Rijdweg', naar het noorden toe naar Franeker, en zuidwaarts naar Sneek en Bolsward. Hiermee bevond Oosterend zich onder de 'welgelegen' dorpen. Dit dorp was van zuid naar noord, wel een heel uur 'gaans' lang(!) Historie blijft voortbestaan Aldus luidt een ingekorte en in iets moderner Nederlands gevatte dorps­ beschrijving uit de 'Tegenwoordige Staat van Friesland', een 18e eeuws naslagwerk. Maar een paar opvallende en typerende woorden voor die tijd zijn blijven staan, gevat tussen .aanhalingstekens.