https://easterein.argyf.nl/NL/onderwerpen

Nieuws:


Uitgelichte vensters:

Stittens

Op deze plek is eeuwenlang geboerd. In de boeken komt Dotte "Doania" op Stittens voor als eigengëerfde boerin, dat is in het jaar 1453. Ze wil haar bezit overdragen aan de kerk, onder het beheer van de kerkvoogden. Zo komt deze boerderij in deze periode bij het kerkelijk bezit. Het bezit had ook een speciale naam, het Vrijleen, het was een studieleen.  In 1748 lukt het niet om een huurboer te vinden. In Sneek wordt onder tromgeroffel bekend gemaakt dat de boerderij te huur is. Er komt een Sjoerd  Heerz voor één jaar op de boerderij. De huizinge is in slechte conditie, en wordt dan verbouwd. Later in de 19e eeuw komen we namen tegen die nog steeds bekend zijn in Easterein.

De boerderij die er nu staat is gebouwd in 1911. De oude boerderij stond meer oostwaarts.

1. Wybe Djurresz gehuwd in 1734 met Pyttryk Tijssens. In de eerste helft van de 18e eeuw waart de veepest rond, en ook de veestapel  van Wybe Djurresz wordt getroffen. Wybe Djurres kan de huur niet meer betalen en de huur wordt opgezegd.  Hij komt in de boeken voor als ouderling, het echtpaar doet belijdenis in 1772.

2. Lolke Martens gehuwd met Tryntje Andrys. Ze komen in 1712 van Deersum in Easterein. Het is niet duidelijk wanneer zij precies op de boerderij komen; wel dat ze in 1748 de boerderij verlaten. Lolke sterft in 1759. Om in het levensonderhoud te voorzien verkoopt de weduwe o.a. brood bij een begrafenis, zo staat beschreven in 1766. 

3. Sjoerd Heeres gehuwd in 1749 met Trijntje Sybrens. Zij komen in 1748 op de boerderij. De boerderij is vervallen en wordt dan verbouwd. Heeres is aangesloten bij de katholieke kerk.

4. Onbekend

5. 1809: Durk Douwes Sandstra (*1778) gehuwd in 1813 met 1. Antje Keimpes van Dijk (*1778). Antje overlijdt in 1816, ze hebben een kind van twee jaar. In 1818 huwt Durk met Tjaltje Klases Bantsma. (*1791). Durk Douwes komt te sterven in 1826. De weduwe boert verder, zij erft het vruchtgebruik.

6. 1842: Alle Dirks Dijkstra (*1803) gehuwd in 1842 met Geeltje Reinders Kooistra (*1813) Ook Alle komt te sterven op 54 jarige leeftijd. Zijn 10 jaar jongere weduwe krijgt het vruchtgebruik.

7. 1880: Luitzen Schaafsma ( *1853) gehuwd in 1880 met Trijntje Jorritsma ( *1858) Zij  boeren daar tot 1895. Omdat zij zich aansluiten bij de Gereformeerde kerk, wordt de pacht opgezegd door de kerkvoogden. Luitzen zei later:  "De Herfoarmen hawwe my fan de pleats setten, mar de Herfoarmen hawwe my ek troch de tiid holpen, as feekoopman!!". Ze krijgen 10 kinderen waarvan op jonge leeftijd vier sterven. In 1899 krijgen ze een zoon Johan. Hij volgt zijn vader op als veekoopman.

8. 1895: Pieter Ymes van der Valk (*1863 te Oosterend) gehuwd in 1888 met Tjitske Rienks Sybrandy (* 1866 te Oosterend) Als zij hun eerste kind krijgen in 1888 staan zij beide ingeschreven als slager. In 1895 komen ze op de boerderij. Ze krijgen 6 kinderen waarvan de eerste Yme jong sterft. De tweede Yme is in 1895 geboren. En een volgende zoon is Rienk Reinder die in 1907 geboren wordt. Nadat de boerderij op de zoon is overgedragen, ging Pieter Ymes als rentenier boer klompen maken. Als één van de eerste inwoners van Oosterend beschikte hij over een auto.

9. 1919: Yme van der Valk ( *1895 in Oosterend) gehuwd 1921 met Janke Jonkman (*1899 in Delfstrahuizen) Zij nemen de boerderij over na het overlijden van Pieter in 1921. Ze krijgen zes kinderen, Antje (*1923), Pieter (*1925), Hendrik (*1927), Tjitze (*1929), Reitze ( *1935) Rienk Reinder (*1937). De laatste is genoemd naar zijn oom. Rienk Reinder wordt fruitteler op een aantal percelen tegen het dorp aan. In zijn voormalige boomgaard is nu de nieuwbouwwijk van Easterein gebouwd. De straatnamen refereren aan de boomgaard.

10. Tjitze van der Valk (1929-2001) gehuwd in 1955 mei Gerlofke Huitema (1931-2009). Ze krijgen zes kinderen, Mellina (*1957), Janke (*1958), Yme (*1960), de tweeling Halbe en Pieter (*1961), en Tjitze (*1963)

De van der Valken waren staan bekend als veefokkers van het Friese rundvee.

11. Yme van der Valk (1960- 2008) Yme volgt zijn vader op. Hij blijft ongehuwd. 

12. Arjen Abma 2006. Arjan komt op de boerderij te wonen om zijn oom te helpen tijdens zijn ziekte. Hij is een zoon van Janke van der Valk, gehuwd met Broer Harmen Abma. Hij blijft hier boeren tot 2017. Daarna wordt de huizinge verkocht en wordt het melkveehouderij bedrijf beeindigd. De familie van der Valk heeft hier 122 jaar geboerd.

13. Sjouke Strikwerda gehuwd met Geartsje...... In 2018 heeft dit jonge stel de boerderij gekocht. 

Het is bijzonder dat de verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid in Easterein bij de kerk lag. In vroegere tijden lag de verantwoordelijkheid meest bij de gemeente. In 1868 kochten de kerkvoogden van Easterein een brandspuit bij firma Van der Ploeg in Leeuwarden. In de notulen van de Kerkvoogden staat : " welke aan het publiek ten gebruike wordt aanbevolen". 

Uit notulen van 1889 blijkt eveneens dat de brandspuit in de kerk stond: " ondoelmatig en over het kerkhof der graven...."

Later is er een brandspuithokje gebouwd achter het cafe. Een brandspuit blijkt geen overbodige luxe. In 1902 is er een grote brand in Easterein waarbij 4 woningen zijn afgebrand. De bandweerspuit uit 1868 ging bij die brand kapot en werd daarna vervangen met een slang van 125 meter hennepslang. Gekocht bij van der Ploeg, nu uit Grou. Uit de notulen : " Daar, het al meer dan eens is gebleken dat een beste brandspuit veel kan uitwerken tot blussen van brand, zelfs in dit jaar is dit twee malen gebleken in en bij het dorp".

Uit de notulen van de kerkvoogdijvergadering van 19 februari 1902: " De brandspuit werd uitgeprobeerd en beviel goed, dog de harde wind was wel een belemmering om de hoogte van het water goed te kunnen beoordelen, nogtans wat de hoeveelheid water dat eruit kwam naar het college-oordeel voldoende was. Wel vermeenden de pompiers dat de werking zwaarder was als van de oude, werdt in aanmerking genoomen. dat de hefboomen langer waren als van de oude waarvan ze gewend waren en alles nieuw was.

Anekdote Pieter Hoekstra
In pear kear yn 'e simmer waard de brânspuit útprebearre op it stik lân noardlik fan de Van Eysingaleane. Dat wie foar ús jonges in feest. De manlju fan de brânwacht goaiden mei sinasappels en wy mochten dy dan pakke, mar wy waarden wol wiet spuite. Wy soargen der wol foar dat we net al te folle klean oan hiene!

In 1904 was het water in de vaart zo laag en zout dat door de kerkvoogden besloten werd om nog maar één keer per jaar te oefenen.

In het regelement stond dat er altijd drie brandmeesters moesten zijn. In 1881 werden benoemd, Pieter R. Jongema (1828-1911). Dirk Sandstra (1848-1923) en Selius J.  Timminga (1849-1936). Vanaf 1912 is Wander Bruinsma (1886-1958) een lange periode branmeester geweest. De brandmeesters hadden de leiding als er brand uitbrak.

De oorlog
Uit de notulen van de kerkvoogden van 13 augustus 1938 staat te lezen: De brandspuit moet intact blijven. Verzoek van de luchtbeschermingsdienst alhier, om de hulpmiddelen voor deze dienst te mogen bergen in de toren. 

In de notulen van 14 november 1946: Zolang de brandspuit er nog is, achten kerkvoogden het gewenscht, zoowel voor het onderhoud als de bediening een post op de begroting uit te trekken.

Na de oorlog is de verantwoordelijkheid bij de gemeente gekomen. En is 1967 is de brandweerspuit verkocht aan Y. Schakel fan Eksmoarre en tentoongesteld in het museum dorp, dat onderdeel uitmaakt van de Aldfaers- erfroute. Wat de huidige plek en staat is van de pomp is onbekend.