https://easterein.argyf.nl/EN/straten

Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.


Nieuws:


Uitgelichte vensters:

In dit venster staan een aantal foto's, oud en nieuw over de kaaspakhuizen die in Easterein bestonden. Het veschafte werk aan de dorpsbewoners. De kazen moesten gekeerd worden en ook weer vervoerd worden naar de scheepjes die de kaas naar de markt brachten.  Friese kaas: wordt gemaakt met kruidnagels. Door kenners wordt gezegd dat dit kruid erin werd gedaan om de scherpe smaak te verbergen.  Rond 1850 is de kaashandel voor een groot deel in handen van drie broers Feitsma, Age, Willem en Ruurd.  Hieronder de adressen van alle pakhuizen die in Easterein hebben gestaan, met de eerste bewoners. Pieter Hoekstra (*1903) vertelt rond 1910 waren er nog 3 kaashandelaren in Easterein. Ruurd Feitsma aan de Wynserdyk 10. Aan de Foarbuorren 19 stond het kaaspakhuis van Willem Feitsma en op de Foarbuorren 2 het pakhuis van de Vellinga's. Foarbuorren 2Kaaspakhuis gebouwd in 1851, in een gevelsteen staan de initialen K.G.M. De opdrachtgever was Gerrit Meintes Miedema (1802-1878) gehuwd met Antje Klazes Rispens (1803- 1882) Het was een voorname familie de Rispens. Hun zoon Klaas Gerrits Miedema (*1837) legde de eerste steen. Na het overlijden van Antje in 1882, kocht Folkert Tiedes Vellinga (1826- ) gehuwd met Teetske Jetzes Koopmans het kaaspakhuis. Antje Klazes Rispens was zijn tante. Zijn moeder was Sytske Klazes Rispens. het bleef toch in de familie. De ronde boogramen zijn dichtgemetseld. Foarbuorren 19 De woning is gebouwd rond 1870. De bewoner is Ruurd Jelles Feitsma (1850-1922) met zijn vrouw Gerbrig Elgersma (1853- 1916)  In 1878 verhuisden zij naar de Wynserdyk 10. Ze lieten daar een nieuw kaaspakhuis zetten. Zijn broer Willem Feitsma (1848- 1916) gehuwd met Trijntje Eringa (1852- 1908) komen in het huis te wonen. De familie Feitsma heeft de kaashandel bijna volledig in handen. In 1930 is het pand afgebroken.Van Eysingaleane 5Gebouwd in 1865. De eerste bewoners waren de weduwe Beike F. Tibma (*1814) gehuwd geweest met Bauke Piers Bouma (1807-1861)  Hun kinderen Fekke Baukes Bouma  (*1844)en Tietsje Baukes Bouma (*1845) hebben de eerste steen gelegd. Op een steen rechts van de deur staat T.B.B 1865 en links F.B.B.Achter de woning loopt een vaart(je) en dan werd via de kaasgoot de kazen van de zolder naar de boot gegleden. Omlaag wilde wel. Naar boven werd er gesjouwd. Van Eysingaleane 7Het huis is gebouwd in 1874. De bewoners zijn:Age Jelles Feitsma (*1835) met Antje Jans Wiersma (*1844)De woning is als multifunctioneel centrum neer gezet. Het kreeg de naam "De Nieuwe Doelen". Het was een Herberg. Achter de woning heeft hij een schuur gebouwd voor stalhouderij en vervoerbedrijf. En als klap op de vuurpijl, boven dit gebeuren een kaaspakhuis. Waar ze net als de buren de kaas vervoerder via het water aan de achterkant. Het is ook nu nog vaarwater met open verbinding naar het buitenwater. De Streek 1De eerste bewoners zijn Hielke Pieksma (1864-1952) met zijn vrouw Eke Siegersma (1869-1940) Zij hadden in dit pand ook een winkeltje met groente en andere zaken. Ze vertrokken in 1920 naar Wommels. Dit kaaspakhuis is afgebroken in 1959De Streek 20Dit kaaspakhuis is gebouwd in 1856. De eerste bewoners zijn Migchiel Thomas Tuinstra (1830-1899) gehuwd met Idske Gerrits Miedema. Tuinstra was kuiper van beroep. Ook staat hij in aktes vermeld als boer. Zij verhuisden in 1863 naar Wommels en daarna komt dokter Lolle de Vries in de woning. Misschien was de concurrentie van de Feitsma's te groot. Wynserdyk 10Voordat dit huis gebouwd werd, stond er een boerderij. In 1878 wordt door Ruurd Jelles Feitsma (1875-1947) gehuwd met Gerbrig Elgersma (1853-1916). Hun dochter Aagje R. Feitsma heeft de eerste steen gelegd op 10 juli 1878   Ruurd Jelles Feitsma komt van de Foarbuorren. Het gaat op dat moment zeer goed met de kaashandel. Anders had hij niet zo'n mooie en grote woning kunnen laten bouwen.

De Skipperbuorren telt 12 adressen. Acht adressen zijn gekoppeld aan een woning. De meest recente is gebouwd in 2015, naast de boerderij van Sipke Hiemstra. De boerderij is apart beschreven met de geschiedenis. Zie onder gebouwen, boerderijen Oostzijde.  De even nummer zijn geen woonhuizen maar staan in het kadaster wel genoemd als adres. Het gaat om de nummers 2-4-6-8. Het zijn de bekende turfhokken. Deze zijn apart beschreven in een venster De Skippersbuorren als vaarwater wordt al druk bewoond door de mensen die op de schepen wonen. Tijdens het afgraven van de terp van Wyns is het zo druk dat er problemen ontstaan bij de ligplaatsen. Dit is rond 1900.  Door de Eastereinder schippers wordt geklaagd bij de kerkvoogdij. Zij willen een vaste ligplaats. Dit is te lezen in het boek van Easterein. Het is als document bijgevoegd.  Ook de bewonerslijst van de mensen die destijds op de schepen woonden aan de Skippersbuorren is als document toegevoegd. Het is een armoedige bedoening in deze jaren. De diaconie van de kerk laat een aantal woningen bouwen om deze mensen onderkomen te bieden. Dat is zeker in de winter nodig als er geen verdiensten zijn, en de winters waren zeer koud. De eeste "vier-onder-één-dak" woningen worden op Elbe gebouwd. (nu Stittenserleane). Er is dan nog geen verdere bebouwing en daarom zal het deze naam gekregen hebben. Het kwam goed uit dat het afgelegen lag, want het "vreemde volk" was niet altijd even netjes. Verder worden er later op het Heechhiem en op de Pôlehoek (Skoallestrjitte) één kamer woningen gebouwd voor de minder bedeelden. En voor de mensen met de drijvende woningen. In het venster worden de woningen beschreven en wie er zoal gewoond hebben. Zo mogelijk vanaf het begin. De woningen kennen een rijke historie.