Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.

Nieuws:


Uitgelichte vensters:

Voordat de huidige Amerikaanse boerderij gebouwd is, staat op deze plek een kop-hals-romp boerderij, gebouwd rond 1832. De eigenaar en gebruiker is Tiede Pieters Vellinga. Rond 1850 boert Sijbren Brouwer op de boerderij. Aan hem heeft de boerderij de naam van Brouwerspôle te danken. In de periode die volgt worden er wooneenheden in de boerderij gebouwd, bewoond door meerdere gezinnen. Ook de arbeiders van de boer worden er gehuisvest. Uit overlevering is verteld dat er wel 30 kinderen van de Brouwerspôle naar school gingen in Easterein.

>>>>>In de periode voor 1888 komen mensen op de Brouwerspôle bijelkaar om hun geloof te belijden. Dit betreft de Gereformeerden die zich afscheiden van de Hervormde kerk. De voorganger is Sj. W. Joustra. 

Ook Sijtse Groustra heeft op de Brouwerspôle geboerd. Hij woonde eerst op het Skrok 1, en verhuisde in 1920 naar de Brouwerspôle. In die tijd is er nog geen elektrisch licht. In 1927 op een avond bij het voeren van hooi aan de koeien valt de petrolielamp om en het hooi vat vlam. De boerderij brand af, het woonhuis blijft gespaard. Daar hebben nog een tijdlang gezinnen in gewoond.  In 1928 wordt de boerderij herbouwd zoals deze er nu staat. Later is er in het voorhuis van de oude boerderij jongvee gestald. Rond 1990 is het laatste deel afgebroken.

Heechterp de Amerikaanse boerderij is er voor in de plaats gekomen. In 1928 wordt er door architekt G. van der Zee een tekening gemaakt en wordt de boerderij gebouwd. De bouwers zijn Bouman en Hogendorp uit Easterein. Het is een nieuwe bouwvorm. Het is een woning met daarachter een schuur waar het vee is staat. De koeien staan met de koppen naar elkaar toe met de voergang in het midden.(Hollandse stal) Boven de zolder van de schuur is de opslag van hooi. Dit hooi kan via een klep naar boven getakeld worden. Het is modern en tijdsbesparend. Over deze Amerikaanse boerderijen is een boek verschenen: 'Amerikaanse boerderijen in Fryslan'. Ook deze boerderij. De naam van de boerderij is door Groustra Heechterp genoemd. Deze naam is afkomstig van de Terp Stittens waarop hij is gebouwd. Met de komst van Dirk Stout en Johanna de Boer in 1992 wordt de boerderij verbouwd, waarbij de buitenkant helemaal in takt is gebleven. In de Amerikaanse boerderij is inmiddels een air bnb gesitueerd.

1. 1832: Tiede Pieters Vellinga (* 1795) gehuwd in 1817 met Sytske Klases Rispens. Ze krijgen 9 kinderen. Maar er overlijden ook 2 kinderen op jonge leeftijd. En ook Tiede wordt niet oud. In 1835 sterft hij op 40 jarige leeftijd. Het jongste kind is nog maar een jaar oud. Het is niet bekend of de weduwe nog door geboerd heeft.

2. Sijbren Brouwer, dit moet rond 1850 geweest zijn. Op de site Alle friezen is terug te vinden dat hij boelgoed heeft gehouden in 1873. Familie van hem, broers en kinderen zijn begonnen met beurtschepen. Vanaf 1824 is dit terug te vinden. Ook trouwen er Brouwers met de latere Joustra's. 

3. Onbekend

4. Sieds Hoitinga (*1865 te IJsbrechtum) gehuwd in 1997 met Jetske Hornstra (*1873 te Easterein) Ze krijgen een tiental kinderen. Hij heeft boelgoed gehouden in 1925. Ook staat hij beschreven in 1910 als timmerman. 

 5. 1925: Sijtse Auke Groustra (*1895 te Easterein) gehuwd in 1921 met Trijntje Engelsma (* 1897 te Workum). In 1925 wordt de boerderij Skrok 1 verkocht. Sijtse Groustra verhuist naar de Sibadawei 30. Hij heeft hier geboerd tot zijn zoon Haaie de boerderij over nam. 

6. 1960: Haaie Groustra (* 1925) gehuwd met  Anna Smits (*1930) Zij blijven hier wonen tot 1992. Daarna wordt de boerderij verkocht als woonboerderij. Het was geen grote boerderij en daarom werkte Haaie ook als melkophaler voor de fabriek. Dat ging eerst per boot. Later haalt hij de melk op met de tractor, eerst met een wagen later met twee wagens. Op het moment dat de melktank verplicht wordt in 1977 stopt hij met melken en ook het ophalen van de melkbussen is hiermee afgesloten.  {_51803 left 200px_}

7.1992: Dirk Stout (* 1932) gehuwd in 1985 met Johanna de Boer; komend van Amsterdam. De roots van Johanna liggen in de Zuidwesthoek van Friesland.

Boerderijen bij Reahus

In het boek "Easterein" heeft F.K. Reitsma de geschiedenis van een aantal van de boerderijen onder Reahús beschreven. Een aantal daarvan zijn of waren vanouds in eigendom bij de kerk van Easterein. Aan het hierbij behorend venster is het verhaal van Reitsma als document toegevoegd.

De Buurtschap Reahus  is ontstaan op het grondgebied van Easterein. De dorpen Oosterend, Itens, Hidaard en Lutkewierum lagen oorspronkelijk op een eiland. Overtollig water van het eiland werd onder andere geloosd bij Sânleanstersyl; In de 12e eeuw slibde de Middelzee langzaam dicht. Roodhuis is ontstaan aan de Slachtedijk de oude zeewering van het Middelzeegebied. Pas in 1955 werd aan Reahus officieel de dorpsstatus toegekend. 

Het ontstaan van Reahus (vroeger Roodhuis) hangt ook nauw samen met de Reformatie, in de zestiende eeuw, waarbij de Protestanten het roer overnamen van de R.K. Kerk en de Katholieken letterlijk de kerk werden uitgezet. In 1580 mocht pastoor Dominicus niet meer voorgaan in de kerk van Oosterend. Hij kreeg een klein pensioen en vertrok naar de Pôlle bij Sânlean, alwaar een paar boerderijen stonden waar hij stiekem doorging met preken. Lang niet iedereen wilde protestant worden en de kerk dook onder. Op de boerderij Slippens (de eerste schuilkerk) en later in het Blauwe Huys van Bongastate (de tweede schuilkerk) werden illegale kerkdiensten gehouden door mensen die trouw bleven aan het roomse geloof. Vanwege het isolement en omdat het niet opviel werd dit oogluikend toegelaten.

In 1709 kwam kapelaan Cramers vanuit het huis met het blauwe dak (= Bongastate ) waar destijds de katholieke Oostenders bijeenkwamen naar de Oude Pôlle bij Sânlean, daar werd de derde schuilkerk gebouwd met een rood dak om duidelijk te maken dat het was afgelopen met de diensten in het Blauwe huis. Ignatius Crames of eigenlijk Franciscus wordt daarom beschouwd als de stichter van Roodhuis.

In 1762 werd de vierde schuilkerk gebouwd door pastoor van Rijswijk, in 1850 werd deze kerk verbouwd. In de loop der jaren kwamen er ook huizen bij. Vervolgens groeide de buurschap met een nieuwe pastorie, een kerkhof en de nieuwe Sint-Martinuskerk (onder leiding van pastoor ten Bokum). Vervolgens kwam de St Bonifaciusschool erbij (1922).

Omdat het buurschap onder Oosterend steeds verder groeide en officieus wel, maar officieel niet bestond werd op 27 augustus 1954 door de gemeenteraad besloten dat Roodhuis een dorp moest worden. Ter uitvoering van dit besluit heeft het college van B en W vervolgens vastgesteld, dat Roodhuis met ingang van 2 mei 1955 de dorpsstatus krijgt.

Tot de gemeentelijke herindeling in 1984 maakte Roodhuis deel uit van de gemeente Hennaarderadeel, dat toen met de gemeente Baarderadeel opging in de toen nieuwe gemeente Littenseradeel. Sinds 1991 is de officiële naam het Friestalige Reahûs. Sinds 2018 ligt het dorp in de gemeente Súdwest-Fryslân.