Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.


Uitgelichte vensters

 Geschiedenis van de herberg Het is niet precies bekend in welk jaar op of nabij de huidige locatie de eerste herberg is gebouwd. Er is al sprake van een herberg rond deze plek in de achttiende eeuw. Voor die tijd zou het gaan om een soortemet pleisterplaats, waarvan bekend is dat deze op meer afstand van de vaart stond. In de Stads en dorpskroniek (dr. G.A. Wumkes) staat vermeld bij de datum 1 maart 1743: " Op het noordwesten van Oosterend is een nieuwe herberg gebouwd, een welker gevel het opstaat schrift: Tot dienst van het gemeen en Oosterends verciering, is dit gebouw gesticht door goede dorpsbestiering. ' De Oostra's worden genoemd als kastelein. In 1812 nemen zij de achternaam Oostra aan,  afgeleid van de naam van het dorp Oosterend.In 1853 wordt de weg aangelegd van Easterein naar Wommels. Het café staat op een gunstige plek om te bezoeken. Ook voor bijeenkomsten kun je er terecht, waaronder begrafenissen met een bijbehorende begrafenismaaltijd. Bedenk daarbij dat mensen lange reistijden moesten maken om de laatste eer te brengen. Nieuwbouw van het hedendaagse caféIn 1860 wordt de huidige herberg gebouwd in een stijl die past bij de 19e eeuw. Onder de tap, een bovenzaal en daarachter de Trochreed (stalling van paarden) en Boerderij . In de kerken-boeken van de hervormde gemeente staat:'  In 1860 werd opdracht gegeven aan Jelle Arjens Timminga, Pieter Bouwes Hoekstra en de toezichthouder Tjerk Dirks Wijma tot het bouwen van een nieuw logement met schuur tegen een bedrag van fl. 9526,87. Dit wordt in eerste instantie betaald. Later zal voor, hoed en noed nog een bedrag verrekend, zodat het totale bedrag rond fl. 10.000 zal hebben gelegen.' In het huurcontract van 1883 heeft het College van Kerkvoogden vastgelegd aan welke voorwaarden de uitbater diende te voldoen.  ' in het huurcontract te worden opgenomen dat men zoo veel mogelijk de openbare godsdienst bezoekt, de kinderen en onderhorigen getrouw ter catechisatie te doen komen bij de eigen leraar en de eigen leraar en de kinderen op de chr. school te zenden, zoo daar geen overwegende bezwaren tegen bestaan.' De huurder Heeringa schreef daarop aan de kerkvoogden dat hij bezwaar had om de kinderen naar de christelijke school te sturen. Er kwam een bemiddeling door ds. J.J. van der Weijde (* 1836-1906) en dat had succes. Er kwam een compromis, maar ook nieuwe regels werden toegevoegd aan het huurcontract. - het biljart moet worden verwijderd- dobbelen en kaartspelen zijn verboden- er mag geen sterke drank worden geschonken vanaf zaterdag 18.00 uur tot de maandagochtend. De invloed van de kerkvoogdij op het beheer  is groot. Het veilig stellen van de zondagsrust betekende dat het café op zondag gesloten bleef. Rond 1970 komt daar verandering in. De familie Bergsma heeft bijna 100 jaar de 'herberg' in beheer gehad. De naam Café Bergsma is een begrip geworden in Fryslân. Bruiloften, partijen, vergaderingen en later dans- en muziekavonden trokken veel bezoekers uit de wijde omgeving. Veel echtparen hebben elkaar ontmoet op een (dans)avond bij café Bergsma. Het café is het oudste café in Friesland. Het is als het ware een monument van binnen en van buiten. Dat alles in het café in oude staat bewaard gebleven is, is te danken aan de familie Bergsma die generatieslang er voor hebben gezorgd dat de authenticiteit bewaard is gebleven. Het café is meerdere keren als decor gebruikt voor films. Voor Easterein heeft het café een belangrijke functie als ontmoetingsplek. Zeker ook voor het verenigingsleven. Het karakter is niet veranderd, de functie wel. Het café heeft nu vooral een restaurant en partycentrum functie gekregen. Maar het karakter van het café is tot vandaag de dag behouden gebleven. Ook bij de "opvolgers" van Bergsma. In de notulen van de kerkvoogdij zijn nog enkele opmerkelijke zaken vastgelegd met betrekking tot het beheer: 1923:'De heer F.B. Eekma (1862- 1929) vraagt of er bij J. Bergsma toneelvoorstellingen worden gehouden en zou daaromtrent gaarne een verbod zien gegeven. J. Bergsma krijgt bericht dat voortaan geen voorstellingen meer op de zaal van de herberg mogen worden gehouden'.  1942: 'Wat het bordje 'Verboden voor joden' in de herberg betreft, dit valt niet te weigeren waar het een openbare gelegenheid betreft. Sluiting van de herberg zou de eenige oplossing zijn, maar in zijn consequenties misschien meerder moeilijkheden meebrengen, waartoe kerkvoogden daarom geen voorstellen willen doen.' 1944:'Sj. Heeg vraagt of het café van Bergsma Zondags niet is gesloten en of er dan geen mogelijkheid is te beletten, dat Duitschers daar Zondags komen. De voorzitter antwoordt, dat de herberg wel Zondags is gesloten, maar dat het binnenkomen van Duitschers niet kan worden verhinderd daar deze in opdracht handelen en verzet daartegen niet mogelijk is.' Bewoners:  1860: Petrus Rintsjes Heeringa (1834- 1890) geboren te Bozum van een boerebedrijf, gehuwd in 1859 met Aafke Ates Ypma ( *1842- 1893) geboren in Oosterend. Ze krijgen 8 kinderen waarvan het eerste kind Beitske geboren in 1860 in het eerste levensjaar sterft. De volgende kinderen zijn: Rintje (*1863) Maaike (*1867) Tetje (*1868) Tietje (*1870) Jan (*1872) Trijntje (*1877) Ate (*1879)Petrus was geen makkelijke broeder, hij is op 23 januari veroordeeld in Leeuwarden tot een gevangenisstraf en tot betaling van de kosten wegens mishandeling. Ook dochter Maaike liet zich de kaas niet van het brood eten. In 1896 sprak ze de kerkvoogden op ferme taal aan: Uit de notulen van de kerkvoogdij vergadering van 2 december 1898: "De heren S.P. Strikwerda, K.O. de Jager en W.J. Feitsma in hare vergadering als armvoogden (in het cafe) kregen beledigende woorden naar het hoofd geslingerd door Maaike Heeringa in hoofdzaak over het vergunningsrecht." 1909: Sybren Jacobs Bergsma (*1880- 1911) geboren te Exmorra gehuwd in 1903 met Antje Hendriks Vollema (*1881-1950) te Poppingawier. Sybren was eerder slagersknecht in Easterein. Ze krijgen 3 kinderen, Jacob (*1904) Jantje (*1905) en Doutzen (*1908) In 1909 kunnen ze het café huren en worden katelein. Dan slaat het noodlot toe. Op 31 jarige leeftijd komt Sybren te overlijden. Met wat hulp houdt Antje de boel draaiende. In 1915 trouwt ze opnieuw, met de broer van Sybren, Jan Jacobs Bergsma (*1886- 1965) Ze krijgen samen nog twee zonen, Sybren (*1917) en Jelle Hendrik (*1919)Jan Bergsma dient een verzoek in 1916 in bij de kerkvoogden om de herberg te vertimmeren. Er moet meer ruimte komen voor rijtuigen. Het wordt geregeld en er komt plek voor 6 ruituigen. Daarbij wil ook de begrafenisvereninging " De Laatste Eer " een lijkkoets aanschaffen en daar stallen. En dat is in 1917 een feit. 1949: Jelle Hendrik Bergsma (1919- 2001) gehuwd in .... met Ali van Essen (*1922) Zij krijgen 5 kinderen, Froukje, Jan en Titus (tweeling) Siep en Robert. Jan en Titus kiezen beide voor de horeca. Jan neemt het cafe over van zijn vader en Titus wordt uitbater van de kantine in de sporthal.  1980: Jan Bergsma (*1954) gehuwd met Cornelia Strikwerda (*1955 geboren te Canada) Het café wordt overgenomen van de Ned.Herv.Kerk. en in 1987 verbouwd. Van de schuur wordt een zalencomplex gemaakt, geschikt voor partijen, trouwerijen, dans en muziekavonden en toneelvoorstellingen. Het woongedeelte wordt bij het café gevoegd. De sfeer blijft behouden.  2006: Ab de Bruin gehuwd met Yvonne Tol. Vanaf deze periode wordt het restaurant in het café breder opgezet. De naam van het café wordt veranderd in Noflik Easterein. 2014: Hendrik de Jong en Kim Mulder. Zij huren het cafe-restaurant van Ab de Bruin. Ze vertrekken in 2019 naar Norg. 2019: Jelien Pompstra gehuwd met Jan Piet van der Meer. In 2019 wordt Jelien de nieuwe uitbater. De naam wordt gewijzigd naar Bergsma Easterein.  

De hokken van Joustra. Zo worden ze in Easterein ook genoemd. Bij het uitzoeken van de geschiedenis van de hokken blijkt dat de naam niet de hele lading dekt. De hokken dienden als tijdelijke opslag van brandstoffen en goederen. En dus voor werkgelegenheid. Het is bijzonder dat de hokken er nog steeds staan. Van twee kanten bereikbaar over het water. Handig in de tijd dat veel transport over het water ging. De vaart aan de straatkant is rond 1930 gedempt. Huisnummer2Het eerste turfhok wordt gebouwd in 1903 door Wiebren Sjirks Joustra (1843- 1927). Het is het hok rechts op de foto. Dus vanaf het Skilplein het eerste hok. Joustra verkoopt het hok aan C. Spoelstra (1856-1918). Rond 1917 koopt Gerrit Joustra (1879-1942) het hok. Zoon Ype G. Joustra (1917- 2002) fertelt: " Doe't ús heit it oernaam. wiene der noch in pear sliden mei de nammen der opskildere fan 'W. Joustra'en 'K. Spoelstra'. Ype Joustra neemt het over van zijn vader. De ondergrond is eigendom van de kerk. Er moet huur betaald worden. Zo staat in de notulen van de kerkvoogden van 3 september 1903 te lezen. Het is fl. 0,03 cent per m2. Het is een prachtige plek met aan twee kanten water. De hoofdingang van het hok (later hokken) is aan de waterkant van de Eastereinder feart. Nu is dat de achterkant. Huisnummer 4, het tweede hok wordt gebouwd door Folkert C. Joustra ( *1877). Hij dient een verzoek in bij de kerkvoogdij om op de grond van de kerk een hok te mogen bouwen. Dat verzoek wordt ingewilligd. Het hok wordt later verkocht aan turfschipper Gerrit Pieksma (1867- 1950). Hij woonde op de Grieneleane en zijn schip lag meestal in de Leane. Zo werd de vaart ook genoemd die langs de Grieneleane liep. Dit hok is op enig moment gekocht door Johan Mulder en thans (2024) in bezit van Ype Joustra (1952). Huisnummer 6. Het derde hok is niet als turfhok gebruikt. In 1905 komt het verzoek bij de kerkvoogdij binnen voor het bouwen van het hok. In de notulen staat het als volgt beschreven: 'een plekje grond tot bebouwing eener timmerschuur tussen de houten bergplaatsen van Folkert Jouwstra en Douwe S. Sandstra. Het hok heeft vakken voor oposlag van grind en zand voor timmerman Willem Leeman (1879-1949). Willem woont op de Skippersbuorren. Vlak voor de tweede wereldoorlog kocht Sijtse Lucas Sijtsma ( 1886-1959) het derde hok. Sijtse Lucas handelde in tweedehands spul dat hij hier opsloeg. Boven de deur stond te lezen:S.L .Sijtsma. Handelaar in tweedehandsgoederen.Voor 1974 is het pand weer in eigendom bij de familie Leeman. Blijkens akte wordt Jan Kamstra (*1935) in 1974 eigenaar van de ondergrond. Voor een bedrag van fl. 60,- Later gebruikten Enno Bruinsma (1938- 2020) en Jelle Brouwer (*1948) het hok voor opslag- en verkoopruimte van antiek en curiosa. De opbrengsten daarvan gaan naar goede doelen. In 2016 is dit hok verkocht aan Ernst Stollenwerk. Huisnummer 8, het vierde hok, is eerder gebouwd dan het derde hok. (1904?) Het is eerst een berghok voor Douwe Jetzes Sandstra (1853-1931), van beroep Kapitein van de stoomboot "Onderneming III". Later koopt hij de "Paul Kruger". Op deze boot kun je als pasagier meevaren naar Sneek. Op vrijdag vaart de boot naar Leeuwarden naar de markt. Er wordt ook vee in vervoerd. Het hok wordt overgenomen door de gebroeders Muurling, turfschippers wonend vanaf 1944 op het Heechhiem. Het is in eigendom gekomen van Tynke Joustra (*1948). Zij heeft het verkocht aan Gerrit Faber. Ook aan de huidige Skoallestrjitte staat nog een hok dat diende als opslag en turfhok. Het ligt een 100 meter verderop aan de overkant van het water. In Easterein bekend als "Joustra Branje".De eigenaar is Pier Tuinema ( 1849-1910). Het wordt gebouwd door zijn schoonzoon Harmen Schaafsma (1884-1973). Tuinema is ook turfschipper. Na zijn overlijden heeft Meintje Bouma (1856-1933) het bedrijf nog lang voortgezet. Een schipper uit Drenthe, Thijs Zondag, bracht haar de turf. Voor de oorlog is het hok verkocht aan de firma Joustra. Zo is de zaak Joustra Branje uitgebreid. De oorsponkelijke deuren zitten aan de achterkant. De schippers voeren achter langs om de turf te lossen. De voorkant van de hokken staan aan de Skoallestritte.