Uit het leven van dr. Hofstee  (Bekijk ook het filmpje dat bij dit venster hoort)Pieter Eltjo Hofstee (1905-1961) getrouwd met Anke Cornelia Bolt (1912-2006) kwam in maart 1935 als opvolger van dr. Christiaan Bernardus Wilhelmus naar Easterein. Het eerste kind dat hij op de wereld hielp is Jan van Eijck (* 1935) uit Itens. Hij kreeg een spaarbankboekje met l. 10 gulden.  In november 1935 werd Hofstee benoemd tot gemeente geneesheer samen met CH. B.W. Steenvoorden. Ze waren gesprekspartners voor de wethouders over de volksgezondheidszorg, en kregen hiervoor een bijdrage uit de gemeentekas.  Het was geen vetpot in deze periode. Hofstee had concurrentie van de dokters uit Wommels. Daar zaten Nammesma en Stoffelsma. Dat zal ook krap zijn geweest. Dus Stoffelsma die ook een armenpraktijk heeft, houdt zitting in Easterein. Op de Wynserdyk in het huis van de familie Rienstra. Dat is Wynserdyk 11. Het voormalige kaaspakhuis.  Dokter Hofstee is een moderne dokter. Hij richtte het consultatie bureau op. Het viel onder het Groene Kruis. Eerst in de bewaarschool op het Skilplein. Later aan de van Eysingalaan bij hem thuis. Dat is ook opgetekend op de Schnitzelbank die bij het groots opgezette afscheidsfeest aan het doktersechtpaar werd aangeboden. Daar werd ook een wandbord van Makkemer aardewerk aangeboden door alle dorpen waar Hofstee werkzaam was. Burgemeester J. van Hout was aanwezig en de leiding was die avond in handen van H. Bootsma. Hofstee werd schooldokter in Zuidhorn. Ze zijn zonder kinderen gebleven en de Sneekbank en bord zijn via een nicht van mevrouw Bolt in bezit gekomen van Dorpsbelang Easterein.  Wat is een Schnitzelbank? Deze werden rond 1945 veel gemaakt voor trouwerijen en in dit geval ook voor het afscheid van Hofstee. De tekenaar van deze Schnitzelbank is Migchiel Hiemstra geboren op 14-7 -1891 in Wommels en overleden 28-5-1975. Zijn vrouw Marijke (Maria) Dantuma (1888 - 1953) komt uit Easterein. Hiemstra is huisschilder van beroep. Hij was een leermeester voor veel beginnende huisschilders. Daarnaast kon hij mooi schilderen en houtsnijden. Hij maakte vaker Schnitzelbanken in opdracht.

De Koaifinne heeft 11 adressen. Er staan 7 vrijstaande woningen en twee dubbele woningen. Het zijn allemaal koopwoningen. Gebouwd in de periode rond 1977 - 1980. Bij de foto's staat vermeld wie er gewoond hebben en nu wonnen. De Koaifinne vormt met het Smidslân een buurt.  De naam Koaifinne is afkomstig van het perceel weiland bij de boerderij van C. Agricola. Intussen is deze boerderij overgenomen door de maatschap Kuiper. De boerderij ligt aan het binnenpad van Easterein naar Reahûs. Op genoemd perceel was vroeger een eendekooi. De foto is in de beginjaren na de bouw gemaakt. Sije en Gerritje Zwerver, wandelen door de nieuwbouw. 

Sinds 1950 organiseert de "Oranje vereniging" de dorpsfeesten. Vóór die tijd waren er ook al dorpsfeesten zo blijkt uit foto's van versierde wagens van rond 1920.  De dorpsfeesten vormen ieder jaar nog een hoogtepunt in het dorpsleven. Het maken van de versierde wagens voor de optocht en het aanbrengen van versieringen in de buurten/ straten zorgen voor de voorpret. Het feest duurt 2 volle dagen. Spelletjes voor de schoolkinderen,  het kaatsen en vollyebal zijn vaste onderdelen. En in de avonden is er een voorstelling of een quiz en treedt een band op. Het dorpsleven verplaatst zich naar het feestterrein, waar eten en drinken volop te koop is.   De voorbereiding en het feest zorgt voor verbinding in het dorp, van joing tot oud. Op het feestterrein praat je met iedereen. 

Dit venster is een vergaarplaats voor allerlei foto's die verwant zijn aan schoolactiviteiten. 

In Easterein zijn op dit moment nog vijf gebouwen die vroeger werden gebruikt als kaaspakhuis. Het zijn hoge huizen met een grote zolder voor de kaasopslag. De benedenverdieping diende als woning. Kaaspakhuizen zijn te herkennen aan de ronde boogramen boven het wwongedeelte.  De kaaspakhuizen dienden als opslag voor de kazen die de boeren zelf maakten.Zij brachten de kazen naar deze gebouwen en van daaruit werden ze naar de markt in Sneek Bolsward en Leeuwarden gebracht. De pakhuizen stonden allemaal aan het water, het vervoer ging in die tijd via het water.  Met de komst van de zuivelfabriek in 1897 kwam er een eind aan dit tijdperk.